My Site
Antwoorden?
We kregen antwoorden. En nog meer nieuwe vragen.
Bruce Nauman - Self portrait as a fountain
Noodtoestand
Als lectoren muzische vorming in een lerarenopleiding lager onderwijs worden we vanzelfsprekend gedreven door wat de kunsten voor kinderen kunnen betekenen. Wij zijn ervan overtuigd dat het perspectief van de kunsten en de kunstenaar veel te bieden heeft in opvoeding en onderwijs.
Het is echter een strijd!
Meer en meer merken we hoe moeilijk het is voor onze studenten, toekomstige juffen en meesters, om het kunstzinnige, geconcretiseerd in het leergebied muzische opvoeding, een plaats te geven in hun onderwijs. Ze worden tijdens stages geconfronteerd met juffen en meesters die geen tijd meer vinden of maken voor muzische vorming.
In eerder onderzoek werd duidelijk dat leraren lager onderwijs zich vaak onzeker voelen over hun muzische kennis en vaardigheden. Het politiek discours van de laatste tijd, waarin de nadruk gelegd wordt op ‘terug naar de basis’ in onderwijs, waarmee dan bedoeld wordt dat vooral wiskunde en taal belangrijk zijn, geeft deze leerkrachten nu argumenten om het muzische achterwege te laten in hun onderwijs.
En zo worden wij als lerarenopleiders dus dagelijks geconfronteerd met een spreidstand. We merken enerzijds dat onze studenten interesse hebben in wat we vertellen over hoe zinvol een perspectief vanuit verbeelding en verwondering kan zijn. Bovendien geven ze aan onze visie en aanpak bijzonder prettig en leerrijk te vinden. In het werkveld zien ze echter weinig sporen van ons verhaal.
"Met Kunst.Zinnig kiezen we voor een aanpak die aansluit bij waar het oorspronkelijk allemaal om draaide bij muzische vorming in de lagere school: de evenwichtige ontwikkeling van het kind.
Kinderen in contact te brengen met kunst, vanuit de overtuiging dat het kunstzinnig proces van de kunstenaar gelijkenissen vertoont met hoe kinderen, verwonderd en onbevangen, naar de wereld kijken en er verrassend vorm en betekenis aan geven, daar gaat het in essentie om.
Op hun eigen, unieke manier en op hun eigen tempo, door ervaring, verkenning en experiment, maken ze kennis met de wereld die hen omringt. We bieden mogelijkheden om zich in een kunstzinnige taal uit te drukken, een taal die ze niet perfect moeten beheersen, maar waarin ze stotterend en zoekend aan de slag kunnen. Dit moet gebeuren vanuit een fundamenteel respect voor de leefwereld van het kind, maar met als ultiem doel om kinderen te laten denken over de wereld, te laten voelen voor de wereld en in de wereld te willen zijn (Biesta, 2016). Zo helpen we het kind zijn leefwereld te verruimen, zonder daarbij de onttovering te ondergaan die eigen is aan een onderwijs dat vaak te sterk gericht is op controle, beheersing, economisch nut en doorgedreven functionaliteit van alles wat zogenaamd geleerd moet worden."
https://kunstpuntzinnig.weebly.com/
De confrontatie met wat er in het werkveld gebeurt, of beter: vaak niet gebeurt, maakt dat onze studenten ofwel de strijd moeten aangaan met hun mentoren, wat niet evident is in een stagecontext, ofwel zich conformeren en de beschikbare tijd investeren in het afwerken van een les wiskunde of het aanvullen van het werkboek Nederlands.
En ook wij conformeren ons. We blijven zoeken naar manieren om onze studenten te overtuigen van de zinvolheid van het kunstzinnig perspectief in en op onderwijs en daarbij vervallen we soms in een aanpak waardoor de echte waarde van kunst op de achtergrond dreigt te komen. We worden als lerarenopleiders heen en weer geslingerd tussen onze overtuiging en de confrontatie met een werkelijkheid die er helemaal anders uitziet. We dreigen de essentie uit het oog te verliezen. Tot die vaststelling kwamen we al veel eerder, toen we het idee voor dit onderzoek uitschreven.
Het lijkt wel alsof er voor deze benadering van onderwijs en zeker van kunst in onderwijs dan ook een andere mindset, noem het feeling voor en met kunst nodig is.
Een van de verklaringen voor het woord feeling, is ‘gewaarwording’. In dit onderzoek willen we nagaan of die ‘gewaarwording’ ook ‘waarachtig’ en zoals het woord ‘wording’ aangeeft – leerbaar is, zowel voor studenten in de lerarenopleiding lager onderwijs, als voor leerkrachten in het werkveld die de kunsten niet willen herleiden tot een instrument om andere, extrinsieke doelen en leereffecten te bereiken, maar die naar de essentie van de kunsten willen zoeken in hun onderwijs: kunst als educatie.
Tijdens ons onderzoek naar gewaarwording hoorden we vreselijke verhalen, verhalen van wanhoop, die versterkten wat wij al vaststelden in het werkveld en die ons in eerste instantie de moed om verder te zoeken ontnamen. Van dat ‘gewaarworden’ was, zo bleek, geen sprake, wel bij experten en geïnteresseerden, maar veelal niet in het onderwijs.
We kunnen hier dus spreken van een noodtoestand. Het perspectief van de kunsten, vanuit verwondering en verbeelding, verdwijnt uit ons onderwijs.
Onze hoofdonderzoeksvraag – Hoe kan kunst als een niet-instrumentele muzische praktijk ingezet worden in een outputgerichte context van het lager onderwijs? – kreeg daardoor weliswaar een antwoord, maar dan eerder vanuit een erg ingekorte vraag.
Kan kunst ingezet worden in onderwijs?
De verschillende deelonderzoeksvragen kwamen aan bod tijdens onze zoektocht, maar veelal leverden ze antwoorden op die onze overtuiging – en ook die van medestanders – bevestigden of versterkten en tegelijkertijd heel wat nieuwe vragen opriepen.
Word gewaar!
“Ik leer zien. Ik weet niet, waar het aan ligt, alles dringt dieper in mij door en houdt niet op bij de plaats, waar het anders altijd een eind vond. Ik heb een innerlijk, waar ik niets van wist. Alles gaat daar nu heen. Ik weet niet, wat daar nu gebeurt.”
RM Rilke
Voor de benadering van kunst in onderwijs is er dus inderdaad een andere mindset nodig. Maar het gaat over een mindset over onderwijs. We verliezen steeds meer de wereldgerichtheid in ons Vlaamse onderwijs. Dat werden we gewaar. Dat is de waarheid.
Ons onderzoek legde bloot dat de kunsten pas een plaats kunnen krijgen als het onderwijs weer aandacht krijgt voor het kind dat niet alleen denkt, maar ook voelt en beweegt. Het kind dat gewaarwordt.
U hoort nog van ons!
Vanuit de verhalen van wanhoop groeide strijdbaarheid. In onze gesprekken met elkaar n.a.v. alle onderzoeksdaden die we stelden, kwamen we steeds weer tot hetzelfde besluit: we vechten verder, want het is voor de kinderen!
We gaan daarbij graag in op wat Gert Biesta ons mee gaf: “Het ontbreekt aan mensen die met de nodige energie een alternatief op tafel leggen.” Zijn uitspraak geeft ons de kracht om verder te zoeken… Daarbij vertrekken we toch weer vanuit de kunsten, omdat ze onze taal zijn.
Wordt vervolgd
We kunnen echt niet lijdzaam toezien hoe kunst vergeten wordt, hoe niet alle kinderen toegang krijgen tot kunst en daarom volgen we de raad op van Ted van Lieshout in zijn boek Wat is kunst?
We beginnen een eiland, ver van alle negatieve verhalen over het kunstzinnige in (lager) onderwijs! Een eiland waar nieuwsgierigheid, verwondering en verbeelding weer een plaats kunnen krijgen.